Donderdagavond 19 maart was het zover: weer eens tegen Pa Duy1. Voor Aad en mij een bekende en vooral ook leuke tegenstander. De vraag was dus of we onze reeks winstpartijen konden voortzetten, tenslotte staan we evenals ons 5de jeugdteam dik bovenaan.
Maar ja, bij tafeltennis gaat het niet alleen om techniek en inzet, het moet goed zitten tussen de oren om maximaal ”in de wedstrijd te zijn”. Vooral ondergetekende heeft daar last van.
Ere wie ere toekomt: Patrick, niet gehinderd door een geschiedenis van meer dan 30 jaar tegen Karel, Gerard en Gert Jan spelen, won op de hem bekende als een harlekijn springende speelwijze alle 3 zijn partijen. Dus dat gaf enige zekerheid.
De dubbel door Aad en mij gespeeld begon aanvankelijk met een eerste setwinst, de tweede en derde set gingen hopeloos verloren. Zoals echter wel vaker gebeurt als Aad en ik dubbelen kregen we de geest in de vierde en vijfde set en going with the flow werd de dubbel in winst omgezet. 4 punten dus.
Nog 2 punten te gaan, dat had dus moeten lukken. Aad speelde twee magistrale partijen tegen Karel en Gerard, maar greep helaas weliswaar in 5en twee keer naast de winst.
Ikzelf was tegen Karel, zoals de afgelopen 30 jaar altijd al, kansloos en tegen Gerard, evenals ik linkshandig, ging ik er ook in vijven af.
De winst moest dus gepakt worden tegen Gert Jan, een speler met een onnavolgbaar vreemd spelletje. Ik had nog nooit van hem verloren, dus dat was kat in ’t bakkie, helaas kon Aad tegen dit spel geen winst boeken en zo werd het dus 5-5.
Inmiddels was het zo laat geworden dat de vrijwillger van de bardienst ons de deur uitkeek, dus van een gezelllige nabespreking onder het genot van een biertje kwam niets.
We zien uit naar de return, er zijn maar weinig teams waar het zo leuk spelen tegen is.
Ben